Het rendement van een derivaat is afhankelijk van het rendement van de desbetreffende onderliggende waarde en de structuur van het desbetreffende product. Afhankelijk van de structuur kunnen factoren zoals dividenduitkeringen, rentevoeten, wisselkoersen of volatiliteit de waarde van het derivaat beïnvloeden.
Om de eenheidsprijs van een derivaat te berekenen, gebruikt de uitgever de theoretische reële waarde op basis van financiële wiskundige modellen. Elk verschil tussen de berekende theoretische waarde en de werkelijke eenheidsprijs kan bijvoorbeeld het gevolg zijn van de marge van de uitgever, eventuele distributievergoedingen en de kosten voor het structureren, prijzen, afwikkelen en afdekken van het product. Bijgevolg zijn de aan- en verkoopprijzen (bied- en laatprijzen) die door de uitgever tijdens de looptijd worden vastgesteld, niet rechtstreeks gebaseerd op vraag en aanbod voor het respectieve product, maar veeleer op de prijsbepalingsmodellen van de uitgever.
Producten met een hefboomwerking kunnen sterker deelnemen aan de prestaties van het onderliggende instrument via de zogenaamde hefboomwerking. Door de invloed van factoren zoals de prestatie van de onderliggende waarde, de (resterende) looptijd en de volatiliteit op de prijs van het hefboomproduct, staat de prijs in directe verhouding tot de onderliggende waarde, maar ligt er meestal aanzienlijk onder. Dit betekent dat de koper van de warrant procentueel sterker kan deelnemen aan de koersveranderingen van de onderliggende waarde dan bij een rechtstreekse belegging in de onderliggende waarde. Dit effect wordt ook wel "hefboomeffect" genoemd.
Met betrekking tot de prijsstelling van derivaten en de invloed van volatiliteit, looptijd en vraag, kun je ook aanvullende informatie krijgen van de uitgevers, bijvoorbeeld in de FAQ's van HypoVereinsbank onemarkets.
Om de eenheidsprijs van een derivaat te berekenen, gebruikt de uitgever de theoretische reële waarde op basis van financiële wiskundige modellen. Elk verschil tussen de berekende theoretische waarde en de werkelijke eenheidsprijs kan bijvoorbeeld het gevolg zijn van de marge van de uitgever, eventuele distributievergoedingen en de kosten voor het structureren, prijzen, afwikkelen en afdekken van het product. Bijgevolg zijn de aan- en verkoopprijzen (bied- en laatprijzen) die door de uitgever tijdens de looptijd worden vastgesteld, niet rechtstreeks gebaseerd op vraag en aanbod voor het respectieve product, maar veeleer op de prijsbepalingsmodellen van de uitgever.
Producten met een hefboomwerking kunnen sterker deelnemen aan de prestaties van het onderliggende instrument via de zogenaamde hefboomwerking. Door de invloed van factoren zoals de prestatie van de onderliggende waarde, de (resterende) looptijd en de volatiliteit op de prijs van het hefboomproduct, staat de prijs in directe verhouding tot de onderliggende waarde, maar ligt er meestal aanzienlijk onder. Dit betekent dat de koper van de warrant procentueel sterker kan deelnemen aan de koersveranderingen van de onderliggende waarde dan bij een rechtstreekse belegging in de onderliggende waarde. Dit effect wordt ook wel "hefboomeffect" genoemd.
Met betrekking tot de prijsstelling van derivaten en de invloed van volatiliteit, looptijd en vraag, kun je ook aanvullende informatie krijgen van de uitgevers, bijvoorbeeld in de FAQ's van HypoVereinsbank onemarkets.